Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen nu Jehizkia en de vorsten kwamen en die hopen zagen, [26]zegenden zij den HEERE [27]en Zijn volk Israel. 26. Dat is, loofden en dankten den Heere, omdat Hij het volk in het hart gegeven had, zo vrijwilliglijk zijn gaven op te brengen. Zie Gen.14:20, en de aantekening. 27. De mensen te zegenen is hun alles goeds en welvaart toe te wensen. Vergelijk Gen.31:55, en de aantekening.